vrijdag 2 november 2018

Kreukelbaardkronieken, Hfdst 14: Lente




14. Lente

Het is alsof je het kan ruiken, je voelt het, soms zie je het ook. Als je de lucht in ademt en naar de lucht kijkt, zie je het zonnetje weer haar best doen aan de blauwe hemel……..de lente is in aantocht. Ik krijg weer zin om naar buiten te gaan, de bossen in en die heerlijke geur op te snuiven. Lekker genieten van alweer een nieuwe lente. Ik besluit dus om de tuin in te gaan en de oude blaadjes eens op te ruimen, hier en daar wat struiken te snoeien en de tegels schoon te boenen van al het mos wat oprukt naar het huisje. Nee niet al het mos, want het kan ook zo mooi bloeien met van die hele kleine witte bloemetjes. En in het voorjaar gebruiken ook veel vogeltjes het mos om hun nestje mee te bedekken. En terwijl ik zo heerlijk bezig ben en geniet van het buiten zijn, mijn fantasie de vrije loop laat, ben ik ineens midden in het bos waar ik al zoveel beleefd heb met Kreukelbaard. “Hé hoe kom ik hier nu zo ineens, ik was toch in de tuin bij mijn huisje?” “Ja dat klopt, maar als je het zo naar je zin hebt en je zo leuk kunt fantaseren, dan zit je voor je het weet in je eigen fantasie…..of is dit geen fantasie?” hoorde ik Kreukelbaard zeggen. “Nou dat vind ik een moeilijke vraag hoor, want ik heb al zoveel avonturen beleefd hier in dit bos, laten we maar zeggen dat het voor mij allemaal heel echt is.” “Wat was je dan aan het doen voordat je hier terecht kwam?” vroeg Kreukelbaard. “Nou ik was de tuin aan het opruimen, de struiken aan het verzorgen en ik dacht aan de vogeltjes, ik genoot van de heerlijke lucht en het zonnetje.” “Aha, dat is goed, je was aan het genieten terwijl je bezig was in de natuur en dan maak je als vanzelf contact met de natuurwezens en hopla daar zijn we, of liever gezegd daar ben je.” “Gaat dat zo makkelijk?” vroeg ik. “Ja, als je maar iets doet waar je heel blij van wordt, en je durft te geloven in je eigen fantasie, dan gebeurt het. Ook met andere dingen, zoals sporten, of wat kinderen doen als ze spelen met hun poppen of autootjes. Dan kunnen ze heel makkelijk contact maken met andere werelden die jullie fantasie noemen. Het kan met alles, en zo heb jij ons leren kennen. Maar nu je toch hier bent gaan we maar gelijk aan de slag. Kom mee, we gaan op pad, want het wordt inderdaad lente en we hebben een boel werk te doen.”
We liepen naar een mooi gebied waar wel honderd kabouters al aan het werk waren. Kreukelbaard zei: ”Hier kun je kennis maken met wat wij zoal doen om een nieuw seizoen te verwelkomen.” We liepen door het gebied en Kreukelbaard vertelde me wat ze aan het doen waren. Eerst zag ik in de bomen een heleboel kabouters, die de laatste blaadjes van de takken haalden. Ze trokken die los en lieten ze naar beneden dwarrelen. Soms zag ik een kabouter die twee blaadjes aan elkaar had geknoopt en deze gebruikte als parachute om zo weer omlaag naar de grond te dwarrelen. Op de grond zag ik de kabouters met allerlei kleine beestjes samenwerken om de blaadjes op te ruimen en onder de aarde te schuiven. Ik zag ook hoe sommige kabouters de struiken aan het kietelen waren zodat ze maar wakker werden en ook weer van de zon gingen genieten. Soms werden de nieuwe knoppen een beetje open gepeld zodat het eerste blaadje of bloemetje makkelijker naar buiten kon komen. Kreukelbaard vertelde me dat dit nodig was om de boom of struik te helpen om de zuurstof en het zonlicht weer snel op te vangen voor de verdere groei…echt wakker worden dus.  Ook zag ik kabouters werken aan kleine groene steeltjes die net boven de grond kwamen. Die werden een beetje geholpen om boven de grond te komen. Dat werd bijvoorbeeld gedaan door voorzichtig een groot stuk hout wat bovenop een steeltje lag, weg te halen. Zo kon het steeltje makkelijk naar boven komen en het bloemetje tevoorschijn komen. En door alle drukte werden de insecten die allemaal lagen te slapen ook weer wakker. He was een groot gezellig lentefeest om zo al die kabouters en diertjes met elkaar te zien werken. “Zie je” zei Kreukelbaard, “het is niet zoveel anders als wat jij doet in jouw tuin. Jij helpt de natuur ook een handje door in je tuin te werken, de struiken en de bomen weer een nieuwe kans te geven om te bloeien, de insecten wakker te maken door met je handen door de aarde te woelen.  Zo kunnen de insecten ook weer meehelpen om de oude blaadjes op te ruimen.”

Plotseling hoorden we uit de richting van de bomen een kabaal komen. We besloten om eens te gaan kijken waarom een aantal kabouters zo schreeuwden. We zagen een groepje kabouters naar boven kijken, en wijzen in de richting van een hele hoge boom. We keken naar boven en zagen dat er een kabouter met zijn bretels aan een tak hing te bengelen, hoog boven de grond. Kreukelbaard vroeg aan de kabouters: ”Hoe is die daar terecht gekomen?” Een kabouter met een hark in zijn handen zei: ”Hij moest weer eens zo nodig iets uitproberen. Hij zat als enige heel hoog in de boom wat laatste blaadjes weg te halen en toen hij klaar was wilde hij met een parachute van blaadjes naar beneden komen, zoals we wel vaker doen. Maar hij riep dat hij een zweefduik ging maken en eens als een vogel wilde vliegen. Dat lukte aardig maar ineens toen hij een salto wilde maken bleef hij aan zijn broekje hangen. En nou hangt hij daar.” “Wie is het?” vroeg Kreukelbaard. “Het is kabouter Durfal.” “Aha die druktemaker, nou zullen we die maar eens een tijdje laten hangen?” zei Kreukelbaard met zo’n luide stem dat Durfal het wel móest horen. Verschrikt keken er een aantal kabouters naar Kreukelbaard, die voorzichtig een knipoogje gaf. Vanuit de boom was meteen een verontwaardigd gebrul te horen. ”Hé stelletje bangeriken, jullie gaan me zeker toch wel helpen? Jullie luisteren toch niet naar Kreukelbaard? Haal me hiervan af.”  Kreukelbaard draaide zich om en zei: ”Ik zou niet weten hoe ….dus…” Intussen waren er al een heel stel kabouters bezig om een vangnet te regelen. Zij hadden de knipoog van Kreukelbaard al lang begrepen. Ze hadden een aantal spinnen om een stevig spinnenweb gevraagd.  De spinnen maakten de dikste draden die ze maar konden en er werd een mooi stevig web van gemaakt. Intussen was Durfal aan het roep
en dat hij toch echt geholpen moest worden en waarom ze niet meteen naar boven klommen om hem te helpen. Hij werd roder en roder van kwaadheid en spartelde druk met zijn beentjes. Ineens hoorden we allemaal een hard gekraak. We keken naar boven en ja hoor, Durfal was uit zijn broek aan het scheuren. Kreukelbaard knikte en plots kwam Glimmie de ekster aanvliegen met drie van zijn vrienden. Glimmie kende ik nog van het avontuur met het mysterie van het belletje. De vier eksters vlogen op de spinnen af en namen het spinnenweb mee in hun snavels. Elk hadden ze een hoek in hun snavel en geruisloos gingen ze op weg naar de plek waar Durfal hing. En net toen de broek van Durfal helemaal van zijn kontje scheurde, en hij zomaar naar beneden viel, vlogen de eksters precies onder de vallende kabouter. Met een luide gil van wanhoop viel Durfal naar beneden en werd hij opgevangen in het spinnenweb en brachten de vier eksters hem veilig naar de grond. Alle kabouters rolden over de grond van het lachen want Durfal, de kabouter met de grootste mond, die altijd alles durfde, was nu toch wel bang geweest, maar nog leuker, hij stond in zijn blote gat! Durfal wist niet hoe hij moest kijken en lachte voorzichtig mee. Met zijn handjes op zijn billetjes rende hij naar zijn huisje voor een nieuwe broek. Kreukelbaard zei: ”En nu maar hopen dat hij van deze keer eens iets geleerd heeft en dat hij wat minder opschept, en wie weet, wordt hij nu misschien wat voorzichtiger. Hij is nog jong en kan nog veel leren. Soms kun je ze honderd keer iets zeggen maar leren ze alleen door het te ervaren. ”Op dat moment kwam Durfal alweer aanrennen met een nieuwe broek aan. Hij riep: ”Zo, dat was echt wel leuk, lachen hoor! Heerlijk zo door de lucht te vliegen en opgevangen te worden.” Kreukelbaard schudde zijn hoofd, draaide zich om en liep glimlachend naar zijn huisje. Ik moest vreselijk hard lachen en voor ik het wist zat ik alweer op mijn knieën in mijn eigen tuin de blaadjes op te ruimen. De mevrouw die net voorbij liep keek me vreemd aan.  Ze heeft me vast horen lachen, maar ze snapt er natuurlijk helemaal niets van. Ha ha .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten