14. Lente
Het is alsof
je het kan ruiken, je voelt het, soms zie je het ook. Als je de lucht in ademt
en naar de lucht kijkt, zie je het zonnetje weer haar best doen aan de blauwe
hemel……..de lente is in aantocht. Ik krijg weer zin om naar buiten te gaan, de
bossen in en die heerlijke geur op te snuiven. Lekker genieten van alweer een
nieuwe lente. Ik besluit dus om de tuin in te gaan en de oude blaadjes eens op te
ruimen, hier en daar wat struiken te snoeien en de tegels schoon te boenen van
al het mos wat oprukt naar het huisje. Nee niet al het mos, want het kan ook zo
mooi bloeien met van die hele kleine witte bloemetjes. En in het voorjaar
gebruiken ook veel vogeltjes het mos om hun nestje mee te bedekken. En terwijl
ik zo heerlijk bezig ben en geniet van het buiten zijn, mijn fantasie de vrije
loop laat, ben ik ineens midden in het bos waar ik al zoveel beleefd heb met
Kreukelbaard. “Hé hoe kom ik hier nu zo ineens, ik was toch in de tuin bij mijn
huisje?” “Ja dat klopt, maar als je het zo naar je zin hebt en je zo leuk kunt
fantaseren, dan zit je voor je het weet in je eigen fantasie…..of is dit geen
fantasie?” hoorde ik Kreukelbaard zeggen. “Nou dat vind ik een moeilijke vraag
hoor, want ik heb al zoveel avonturen beleefd hier in dit bos, laten we maar
zeggen dat het voor mij allemaal heel echt is.” “Wat was je dan aan het doen
voordat je hier terecht kwam?” vroeg Kreukelbaard. “Nou ik was de tuin aan het
opruimen, de struiken aan het verzorgen en ik dacht aan de vogeltjes, ik genoot
van de heerlijke lucht en het zonnetje.” “Aha, dat is goed, je was aan het
genieten terwijl je bezig was in de natuur en dan maak je als vanzelf contact
met de natuurwezens en hopla daar zijn we, of liever gezegd daar ben je.” “Gaat
dat zo makkelijk?” vroeg ik. “Ja, als je maar iets doet waar je heel blij van
wordt, en je durft te geloven in je eigen fantasie, dan gebeurt het. Ook met
andere dingen, zoals sporten, of wat kinderen doen als ze spelen met hun poppen
of autootjes. Dan kunnen ze heel makkelijk contact maken met andere werelden
die jullie fantasie noemen. Het kan met alles, en zo heb jij ons leren kennen.
Maar nu je toch hier bent gaan we maar gelijk aan de slag. Kom mee, we gaan op
pad, want het wordt inderdaad lente en we hebben een boel werk te doen.”
We liepen
naar een mooi gebied waar wel honderd kabouters al aan het werk waren. Kreukelbaard
zei: ”Hier kun je kennis maken met wat wij zoal doen om een nieuw seizoen te verwelkomen.”
We liepen door het gebied en Kreukelbaard vertelde me wat ze aan het doen
waren. Eerst zag ik in de bomen een heleboel kabouters, die de laatste blaadjes
van de takken haalden. Ze trokken die los en lieten ze naar beneden dwarrelen.
Soms zag ik een kabouter die twee blaadjes aan elkaar had geknoopt en deze
gebruikte als parachute om zo weer omlaag naar de grond te dwarrelen. Op de
grond zag ik de kabouters met allerlei kleine beestjes samenwerken om de
blaadjes op te ruimen en onder de aarde te schuiven. Ik zag ook hoe sommige
kabouters de struiken aan het kietelen waren zodat ze maar wakker werden en ook
weer van de zon gingen genieten. Soms werden de nieuwe knoppen een beetje open
gepeld zodat het eerste blaadje of bloemetje makkelijker naar buiten kon komen.
Kreukelbaard vertelde me dat dit nodig was om de boom of struik te helpen om de
zuurstof en het zonlicht weer snel op te vangen voor de verdere groei…echt
wakker worden dus. Ook zag ik kabouters
werken aan kleine groene steeltjes die net boven de grond kwamen. Die werden een
beetje geholpen om boven de grond te komen. Dat werd bijvoorbeeld gedaan door
voorzichtig een groot stuk hout wat bovenop een steeltje lag, weg te halen. Zo
kon het steeltje makkelijk naar boven komen en het bloemetje tevoorschijn
komen. En door alle drukte werden de insecten die allemaal lagen te slapen ook
weer wakker. He was een groot gezellig lentefeest om zo al die kabouters en
diertjes met elkaar te zien werken. “Zie je” zei Kreukelbaard, “het is niet
zoveel anders als wat jij doet in jouw tuin. Jij helpt de natuur ook een handje
door in je tuin te werken, de struiken en de bomen weer een nieuwe kans te
geven om te bloeien, de insecten wakker te maken door met je handen door de
aarde te woelen. Zo kunnen de insecten ook
weer meehelpen om de oude blaadjes op te ruimen.”
Plotseling
hoorden we uit de richting van de bomen een kabaal komen. We besloten om eens
te gaan kijken waarom een aantal kabouters zo schreeuwden. We zagen een groepje
kabouters naar boven kijken, en wijzen in de richting van een hele hoge boom.
We keken naar boven en zagen dat er een kabouter met zijn bretels aan een tak
hing te bengelen, hoog boven de grond. Kreukelbaard vroeg aan de kabouters: ”Hoe
is die daar terecht gekomen?” Een kabouter met een hark in zijn handen zei:
”Hij moest weer eens zo nodig iets uitproberen. Hij zat als enige heel hoog in
de boom wat laatste blaadjes weg te halen en toen hij klaar was wilde hij met
een parachute van blaadjes naar beneden komen, zoals we wel vaker doen. Maar
hij riep dat hij een zweefduik ging maken en eens als een vogel wilde vliegen.
Dat lukte aardig maar ineens toen hij een salto wilde maken bleef hij aan zijn
broekje hangen. En nou hangt hij daar.” “Wie is het?” vroeg Kreukelbaard. “Het
is kabouter Durfal.” “Aha die druktemaker, nou zullen we die maar eens een
tijdje laten hangen?” zei Kreukelbaard met zo’n luide stem dat Durfal het wel móest horen. Verschrikt keken er een aantal kabouters naar
Kreukelbaard, die voorzichtig een knipoogje gaf. Vanuit de boom was meteen een
verontwaardigd gebrul te horen. ”Hé stelletje
bangeriken, jullie gaan me zeker toch wel helpen? Jullie luisteren toch niet
naar Kreukelbaard? Haal me hiervan af.” Kreukelbaard draaide zich om en zei: ”Ik zou
niet weten hoe ….dus…” Intussen waren er al een heel stel kabouters bezig om
een vangnet te regelen. Zij hadden de knipoog van Kreukelbaard al lang
begrepen. Ze hadden een aantal spinnen om een stevig spinnenweb gevraagd. De spinnen maakten de dikste draden die ze
maar konden en er werd een mooi stevig web van gemaakt. Intussen was Durfal aan
het roep
en dat hij toch echt geholpen moest worden en waarom ze niet meteen
naar boven klommen om hem te helpen. Hij werd roder en roder van kwaadheid en
spartelde druk met zijn beentjes. Ineens hoorden we allemaal een hard gekraak.
We keken naar boven en ja hoor, Durfal was uit zijn broek aan het scheuren.
Kreukelbaard knikte en plots kwam Glimmie de ekster aanvliegen met drie van
zijn vrienden. Glimmie kende ik nog van het avontuur met het mysterie van het
belletje. De vier eksters vlogen op de spinnen af en namen het spinnenweb mee
in hun snavels. Elk hadden ze een hoek in hun snavel en geruisloos gingen ze op
weg naar de plek waar Durfal hing. En net toen de broek van Durfal helemaal van
zijn kontje scheurde, en hij zomaar naar beneden viel, vlogen de eksters precies
onder de vallende kabouter. Met een luide gil van wanhoop viel Durfal naar
beneden en werd hij opgevangen in het spinnenweb en brachten de vier eksters
hem veilig naar de grond. Alle kabouters rolden over de grond van het lachen
want Durfal, de kabouter met de grootste mond, die altijd alles durfde, was nu
toch wel bang geweest, maar nog leuker, hij stond in zijn blote gat! Durfal
wist niet hoe hij moest kijken en lachte voorzichtig mee. Met zijn handjes op
zijn billetjes rende hij naar zijn huisje voor een nieuwe broek. Kreukelbaard
zei: ”En nu maar hopen dat hij van deze keer eens iets geleerd heeft en dat hij
wat minder opschept, en wie weet, wordt hij nu misschien wat voorzichtiger. Hij
is nog jong en kan nog veel leren. Soms kun je ze honderd keer iets zeggen maar
leren ze alleen door het te ervaren. ”Op dat moment kwam Durfal alweer
aanrennen met een nieuwe broek aan. Hij riep: ”Zo, dat was echt wel leuk,
lachen hoor! Heerlijk zo door de lucht te vliegen en opgevangen te worden.”
Kreukelbaard schudde zijn hoofd, draaide zich om en liep glimlachend naar zijn
huisje. Ik moest vreselijk hard lachen en voor ik het wist zat ik alweer op
mijn knieën in mijn eigen tuin de blaadjes op te ruimen. De mevrouw die net
voorbij liep keek me vreemd aan. Ze heeft
me vast horen lachen, maar ze snapt er natuurlijk helemaal niets van. Ha ha .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten